Je eigen ritme

Alles is in beweging, van de kleinste atomen tot de grootste planeten.
Alles beweegt, trilt, loopt, tikt, resoneert of stroomt in een eigen tempo, met een eigen ritme.
Ook wij hebben een eigen ritme en een eigen tempo. Alleen zijn we dat eigen ritme vaak ergens onderweg op ons levenspad kwijt geraakt.

We leren al heel vroeg dat we ons moeten haasten.
Ouders, die zelf onder tijdsdruk staan, manen hun kinderen tot dooreten, doorwerken, doorlopen, enzovoort. Vervolgens moet je op school presteren onder tijdsdruk; slimheid wordt gemeten aan de hand van de hoeveelheid goede antwoorden die je binnen een bepaalde tijd kunt geven, werkstukken die je voor een bepaalde tijd af hebt en ga zo maar door. Ook in de werksituatie zet deze tendens zich voort en is de prestatiedruk hoog.

Kortom we worden voortdurend gestimuleerd om ons tempo te verhogen. Hierdoor zijn we ver van ons eigen ritme verwijderd geraakt en worden we gespannen, ziek, overspannen en ligt een burn-out voortdurend op de loer.

Het is dus heel belangrijk om je eigen ritme terug te vinden!
Alleen hoe doe je dat?

Eén van de eerste complicaties van een haastig leven is een hoge, oppervlakkige ademhaling.
Als zang– en qi gongdocent kom ik regelmatig mensen tegen die hoog en kort inademen, waarbij de schouders een beetje opgetrokken worden. Daarom gaan we altijd als eerste weer terug naar de buikademhaling. Dat is de natuurlijke, passieve manier van ademen die ook baby’s gebruiken. Kijk maar eens naar zo’n pasgeboren kindje als het slaapt. Je ziet dan heel rustig de buik op en neer gaan bij het in-en uitademen.
Bij de inademing ontspannen de buikspieren zich en zet de buik uit; bij de uitademing trekken de buikspieren samen en ademt het lichaam uit. Dat gaat volautomatisch en brengt heel veel rust.

Wat we verder kunnen doen is kijken naar onze woordkeuze als we dingen gaan doen.
We zeggen bijvoorbeeld nogal eens: ‘Ik ga even boodschappen doen’ of ‘Even gauw stofzuigen, afwassen, de was ophangen…’ Hierdoor sta je voortdurend in een haast-modus. Haal dus de woorden even en gauw uit je gedachtegang en neem de tijd voor de karweitjes die gedaan moeten worden. De kans is groot dat ze net zo snel gebeurd zijn, maar dat je wel meer rust voelt terwijl je ermee bezig bent.

Op dagen dat je vrij bent kun je zelf bepalen wanneer je opstaat, naar bed gaat en eet. Kijk voor de verandering op die dagen eens niet op de klok en sta op zodra je je fris uitgeslapen voelt en eet op momenten dat je honger hebt. Laat je lichaam bepalen wat het nodig heeft en niet de klok.

Een andere manier om je eigen ritme terug te vinden is door regelmatig een wandelingetje te maken. Loop daarbij in een tempo dat je prettig vindt en laat je niet opjagen door mensen die misschien achter je lopen. Vertraag je pas regelmatig om te kijken of dat misschien prettiger voelt.

Nog een bijzonder oefenmoment is tijdens het afrekenen en inpakken van de wekelijkse boodschappen aan de kassa in een drukke winkel met een lange rij wachtenden achter je.
Voel je de mensen naar je kijken? Hoor je ze zuchten? Maakt het je onrustig en probeer je zo snel mogelijk in te pakken en te betalen? Vertraag dan je handelingen een beetje, let op je adem, zet een glimlach op en werk door alsof je de enige klant bent. Het zal je goed doen.

Laat je bij het vinden van je eigen ritme zeker niet afleiden door wat anderen ervan zouden kunnen vinden! Het gaat om jouw rust en welbevinden en wat anderen vinden is niet belangrijk. Bovendien zijn de meeste mensen toch veelal met zichzelf bezig en letten ze helemaal niet op jou. Het is vooral je eigen innerlijke criticus die zich druk maakt en die moet wennen aan je nieuwe tempo.

Ik wens je heel veel plezier bij het rustig ontdekken van je eigen ritme!

Rhea